Ik ook [#MeToo]

Als ik denk aan het liefste dat iemand tegen me zei, dan is dat “Jij hebt nog veel liefkozingen tegoed”.
Hij zei het op een liefdevolle, maar heel terloopse, vanzelfsprekende manier; De woorden verdwenen bijna een beetje in de warmte en veilige omhulling van de omhelzing die erbij hoorde, maar toch raakten ze me, zetten ze zich ergens in me vast. Ik denk omdat ik wist dat het waar was.

Ik weet dat het nog steeds waar is. Ik heb nog veel liefkozingen tegoed.
Voor iedere fijne omhelzing, voor iedere prettige aanraking kan ik er wel tien noemen die dat niet waren.
Ik ben in mijn leven door veel dwingende handen aangeraakt. Ik ben gekwetst, misbruikt en geobjectiveerd. Ik ben nageroepen en nagefloten op straat en in mijn billen geknepen of erop getikt in de kroeg. Ik ben tegen mijn zin op schoot en tegen mannenlijven aangetrokken door mannen die dit allemaal maar grappig vonden of anderen bij zich hadden die klaarstonden om het slechts ‘een geintje’ te noemen. Soms waren die anderen hun vrienden, soms waren het mensen waarvan ik dacht dat het mijn vrienden waren. Soms zelfs waren degenen die me zeiden dat het allemaal wel meeviel, dat ik er niet zo zwaar aan moest tillen of niet zo moest overdrijven, mensen van wie ik werkelijk op aan dacht te kunnen, familie bijvoorbeeld.

Ik heb veel grensoverschrijdingen meegemaakt.
Bij de eerste die ik me kan herinneren was ik slechts vier. Tijdens de meest ingrijpende situatie was ik een jaar of zes, zeven. Als kind ben ik jarenlang misbruikt. Toen ik veertien was heeft mijn dader mij en een vriend in een hinderlaag laten lopen en heeft me daar, in het bijzijn van zijn vrienden, al die getuigen, bedreigd en onthuld wat hij me aan heeft gedaan. (Niemand beschermde mij op dat moment. Niemand van hen deed later aangifte. Het blijft onbegrijpelijk). Een jaar later werd ik in het bijzijn van dezelfde vriend en nog een ander, aangerand op een feestje. Wij sloegen allemaal dicht, gelukkig greep een vriend van de aanrander in. Vijftien was ik toen en het zou niet het laatste zijn wat mij overkwam.

Ik weet dat er dingen zijn die ik heb meegemaakt, maar ben vergeten omdat ze niet zo’n indruk op me hebben gemaakt, conform wat de omgeving me daar graag over wilde laten geloven, of wellicht omdat ze in het niet vielen bij andere, veel ergere dingen.
Een maand geleden nog werd ik onderweg naar fysiotherapie, aangesproken door een man die voor het huis zat waar ik langsliep. Het was een warme dag. Ik knoopte mijn jas open. “Dat zou ik maar niet doen als ik jou was. Je maakt me heel opgewonden als je dat doet. Je wilt toch niet dat ik naar beneden kom?” Hevig overvallen en geschrokken stond ik de man die met zijn gedrag alle recht daarop al verspeeld had, beleefd te woord, versnelde mijn pas en knoopte vlug mijn jas weer dicht, alsof ik dacht op die manier invloed uit te kunnen oefenen op het gedrag dat me zo’n angst had aangejaagd. Dat zit me dwars. De vanzelfsprekendheid waarmee ik direct, als eerste reactie, de schuld voor de hele situatie op me nam zit me dwars. En het feit dat ik nu, erna, de ‘luxe’ heb om me over zulke ‘kleine’ grensoverschrijdingen druk te maken, omdat de laatste verkrachting, het laatste echte trauma dat ik opliep al een verwaarloosbare tijd geleden is, zit me ook dwars. Ik weet dat er veel mensen zijn die hun mond houden over ‘kleine’ vergrijpen, omdat het ze al niet lukt om te praten over de grotere. En dat begrijp ik goed.

Het is moeilijk om te praten over seksueel geweld. Mensen horen zulke dingen niet graag. Op mijn blog, schrijf ik normaliter altijd met een positieve invalshoek. Het gaat er dan minder om wat je is overkomen als om wat je van je leven kunt maken. De focus ligt op vooruitgang en niet op stilstand.
Maar niet hier, niet in dit bericht. Juist hier wil ik wel even bewust stilstaan. Het past niet om de ernst van het probleem te ontkennen en op deze manier schrijven heeft ook nog een andere functie, want zeg eens eerlijk: Dacht jij niet toen je dit net allemaal las, dat als iemand zo vaak zulke grensoverschrijdingen meemaakt, dat vast wel aan haar moest liggen? Was er niet een klein stemmetje in jouw hoofd dat je dingen toefluisterde over mijn mogelijke aandeel?
Heb jij je niet net afgevraagd of er dingen waren die ik anders had kunnen doen of ze zelfs ook bedacht? Vond je het dichtslaan (tonic immobility) dat ik beschreef stom of dacht je op de een of andere manier dat ik daar bewust iets aan had kunnen veranderen? Vroeg je je af wat ik voor kleding droeg onder de jas die ik openknoopte? Vind je dat ik de verkeerde vrienden koos?
Of dacht je misschien dat het zoveel is wat ik hierboven beschreef dat het allemaal of ten dele niet waar moet zijn?

Ja.

Het is zo vreselijk moeilijk om te praten over seksueel geweld.
Hoe vertel je iets dat je keel dichtknijpt, dat je aantast in je identiteit, in je gevoel van veiligheid en eigenwaarde, iets dat jou overkwam omdat een ander besloten heeft jou dat aan te doen, aan mensen die dat niet kunnen horen en niet willen zien?

Ik ook. #MeToo.
Zoveel, zo vaak.

Door iets te ontkennen, zorgen we niet dat iets niet meer gebeurt. In tegendeel.
Laten we dapper zijn. Laten we erkennen.
Want
Zoveel. Zo vaak.

En vooral
Zo nodig.