Ik voel het, dus is het waar?

Vandaag ben ik vrolijk. Ik dans door het leven, mijn voetstappen veren en in mijn hoofd zit een liedje. Het is een goede dag: Ik kan de hele wereld aan!

Een paar weken geleden, ook op dinsdag, had ik een slechte dag. Ik was boos en ik wilde huilen. Bij voorkeur zoveel dat ik mezelf erin kon verdrinken…

Wees gerust: Dit was een karikatuur, het gaat om de strekking (hoewel ik me vandaag aanzienlijk beter voel als twee weken geleden).
Ik haalde dit aan omdat ik wat wil schrijven over emoties, over voelen.

Voelen: Voor veel mensen is dat lastig.  Voor mensen met een trauma echter; Mensen die soms niet eens het recht hadden op het voelen van hun eigen gevoel en het registreren als datgene wat het werkelijk was (‘Je vindt het fijn hè?’ tegen het kind dat glimlacht om niet te huilen), is het pas echt ingewikkeld.

Getraumatiseerde mensen (en wanneer ik dit schrijf, bedoel ik slachtoffers van geweld in hun jeugd) hebben bijna altijd moeite met het herkennen van hun emoties. Vaak komt dit door het klimaat waarin ze zijn opgegroeid of de ervaringen die ze hebben opgedaan. Een klein kind heeft zijn omgeving nodig om te leren herkennen wat het voelt, welke woorden daarbij horen en dat er sprake is van nuances: Er is niet alleen maar ‘boos’. Je kunt bijvoorbeeld ook ‘geïrriteerd’ zijn, ‘gefrustreerd’ of zelfs ‘razend’.
Daarnaast is het belangrijk dat de boodschappen die het kind van de omgeving krijgt kloppen en niet verwarrend zijn. Als een ouder tegen een kind zegt dat ‘alles goed is’, nadat er net iets vreselijks is gebeurd, wordt het kind onzeker. Ouders die zelf op een verkeerde manier omgaan met hun emoties geven ofwel een verkeerd voorbeeld of ze schrikken kinderen af om zelf te vertrouwen op wat ze voelen.

De belangrijkste reden echter dat voelen lastig is voor mensen met een trauma, is omdat ze in een extreme situatie gezeten hebben die ze alleen konden overleven door zich te richten op de gevoelens van een ander. Ze hebben geleerd hun eigen gevoel naar de achtergrond te verdringen, weg te maken. Deze overmatige emotionele waakzaamheid en het bijkomende tekort aan ruimte voor eigen gevoelens, behoeften en beleving, blijft nog lang in het systeem zitten, ook al is de situatie inmiddels veilig.

Er zijn nog meer redenen te noemen waarom emoties lastig zijn voor mensen met een trauma en er valt nog meer te vertellen over de manieren waarop zich dat uit, maar het belangrijkste is, naar mijn mening, wat je nu kunt doen.

Ik zal daarom kort vertellen wat emoties zijn, hoe je ze kunt herkennen en hoe je jezelf af kunt leiden als je het gevoel hebt dat je overspoeld raakt. Een paar posts geleden had ik het namelijk over basisvaardigheden frustratietolerantie. Afleiding is een van deze vaardigheden en een goede om mee te beginnen omdat er overal om ons heen afleiding is van wat er binnen in ons gebeurt: Denk aan de tikkende klok in de woonkamer (die je waarschijnlijk opeens weer bewust hoort tikken, nadat je dit gelezen hebt). Denk aan hoe het ruikt als je langs de bakker loopt als deze net brood gebakken heeft. Denk aan hoe regendruppels voelen op je huid. Denk aan hoe tandpasta smaakt in je mond. Denk aan hoe donker het opeens is als je je ogen dichtdoet. Afleiding is overal. Je kunt er naar zoeken, maar soms wordt je er ook door overvallen. Er is dus altijd meer dan de emoties die je binnen in je voelt, ongeacht hoe sterk ze zijn.

Maar wat is nu precies gevoel?
Een gevoel is een emotionele ervaring, gebaseerd op waarnemingen, die samengaat met lichamelijk verschijnselen, zoals bijvoorbeeld een steen in je maag, versnelde hartslag en het spannen of ontspannen van spieren. Een belangrijke functie van emoties is gedrag bewerkstelligen (vluchten als je bang bent, grenzen stellen als je boos bent). Andere belangrijke functies zijn: motiveren (dat wat een prettig gevoel oproept, beloont ons: “Ik word blij van hardlopen, dus morgen ga ik weer”) zelfbevestiging (het geeft belangrijke informatie over onszelf en onze omgeving) en communiceren. (We gebruiken onze emoties om boodschappen over te brengen en om anderen te beïnvloeden).

Emoties worden hoofdzakelijk geassocieerd met plezier of met pijn. Elk gevoel van pijn heeft ook weer een tegenovergesteld gevoel dat samenhangt met plezier: Angst en hoop, verdriet en vreugde, haat en liefde…
Algemeen gesteld is het weer zo dat al deze gevoelens terug te voeren zijn op ‘de vier B’s’: Boosheid, blijdschap, bedroefdheid, bangheid. Als je het lastig vindt om emoties bij jezelf te herkennen of te nuanceren, kan je proberen of je onderscheid kunt maken tussen deze vier B’s. Vraag jezelf: ‘Ben ik boos? Of ben ik verdrietig?’ Ook kan je jezelf vragen wat je lichaam je wil vertellen: ‘Waarom bal ik mijn vuisten?‘ Een andere manier om je emoties te gaan herkennen is om ze te kleuren in een leeg gingerbread-poppetje: bestandje

Je neemt voor iedere ‘B’ een aparte kleur en eventueel ook nog een voor algemenere termen als ‘pijn’ ‘stress’ en ‘spanning’ en dan ga je van je kruin tot je tenen je lichaam langs om te registreren waar je wat voelt. Je hoeft alleen maar te registreren en te tekenen, niet te reageren. Hoewel een van de functies van emoties is dat ze je aanzetten tot actie, is het niet altijd datgene wat je werkelijk nodig hebt. Je mag registreren, zonder te handelen. Dat geldt ook als je veel voelt, of als je gevoel erg intens is.

Hoewel het op het moment zelf soms niet zo voelt, omdat emoties erg hevig kunnen zijn, zijn ze niet blijvend. Ze komen en gaan. Als golven. Er komt een absoluut hoogtepunt en daarna neemt het weer af. Gevoelens zijn intenser naarmate ze gekoppeld zijn aan bepaalde herinneringen, maar ook dan geldt dat ze minder intens worden naarmate je ze gewoon verdraagt zonder er naar te handelen. Dat laatste is natuurlijk best moeilijk als je wel de neiging voelt om te handelen, maar op zulke momenten is het dus goed om actief op zoek te gaan naar afleiding.

Er zijn verschillende vormen van afleiding. De bekendste vorm is misschien wel het afleiden met prettige activiteiten. Dit is de vorm die je ziet als peuter Pietje zich krijsend op de grond laat vallen, midden op het trottoir en niet van plan is om nog een stap te verzetten. Mama tovert een koekje te voorschijn, doet alsof ze er zelf een hapje van neemt en Pietje heeft meteen een en al aandacht voor het koekje, waarvan hij weet dat hij het zo ontzettend lekker vindt, dat hij de smaak al kan proeven voor hij een hapje genomen heeft. De driftbui is vergeten.

Ook volwassenen kunnen zich afleiden met prettige activiteiten. Stel een lijst samen met dingen die je fijn vindt om te doen: Denk aan hobby’s en activiteiten, aan bidden en bezinning, aan het bezoeken van fijne winkels, leuke musea, een ochtendje kapper. Denk aan knuffelen, dieren aaien, een vriendin bellen, een wandeling maken en iets lekkers eten. Er zijn talloze activiteiten die je kunt doen. Ook kan het een prettige activiteit zijn om je bewust te focussen op dingen die goed zijn gegaan of waar je goed in bent. Pak je schooldiploma met die prachtige cijfers er weer eens bij, lees dat lieve briefje van je vriendin, schrijf 3 dingen van in de afgelopen week op die je een competent gevoel geven…

De tweede vorm van afleiding is: Afleiding door aandacht aan anderen te besteden.
1) Doe iets voor iemand anders. Dit kan iemand zijn die je kent, maar ook iemand die je niet kent. Help een bejaarde met oversteken, draag iemands tassen, ga met je dochter naar buiten en klim in de hoogste bomen. Denk ook aan vrijwilligerswerk.
2) Richt je aandacht op iets of iemand anders dan jezelf
Ga naar de plaatselijke boekwinkel, het park, het station. Ga gewoon zitten op een bankje en observeer. Als je je aandacht er niet bij kunt houden, kan je jezelf een simpele taak geven (Tel alle blonde mensen tot je er 50 hebt gezien). Probeer zoveel mogelijk details te zien van de mensen die je observeert.
3) Denk aan iemand om wie je geeft of die een voorbeeld voor je is. Bewaar een foto van hem of haar, een lief briefje, een mooie quote. Stel je voor dat die persoon op het moment bij je is, naast je staat en dat jullie een ontspannen gesprek voeren.

Ten derde kan je je gedachten afleiden.
Denk aan fijne herinneringen of creatieve beelden. Lukt dat niet? Probeer dan heel hard om niet aan een olifant te denken. Probeer dat net zolang tot het je lukt om niet aan de olifant te denken.

Als vierde: Leid jezelf af door weg te gaan.
Soms is een time-out nemen het beste wat je kunt doen. Zeker wanneer je emoties hoog opgelopen zijn en je in een situatie zit die de intensiteit van je emoties alleen doet toenemen, zoals bijvoorbeeld een onproductieve ruzie.
Vertel jezelf dat je weg mag gaan, omdat je wanneer je overweldigd bent door emoties, niet in staat bent om een gezonde oplossing voor het probleem te bedenken.
Door weg te gaan, geef je jezelf de tijd om te kalmeren en kan je vervolgens bedenken wat je gaat doen.

Verder kan je jezelf afleiden met taken en karweitjes.
Als je veel emotie voelt, waardoor je je toch al rot voelt en tegelijkertijd verandert er niets aan hetgeen dat die emotie bij je oproept, ga dan wat doen met de energie die je kwijt moet. Simpele taken. Maak een lijstje. Vink het af.
Denk aan de vaat, stofzuigen, je boekenkast sorteren, huiswerk doen, de auto wassen, rekeningen betalen…

Ook kan je jezelf afleiden door te tellen
Tellen is een hele rationele activiteit. Het is bovendien een hele eenvoudige manier die je gedachten echt bezig kan houden. Daarnaast zijn er talloze toepassingen mogelijk.
Je kunt bijvoorbeeld concreet tellen tot het moment dat je met iemand kunt praten over wat je voelt (‘Over 6 uur en 53 minuten komt mijn man thuis, dat is 413 minuten, hoeveel seconden is dat? Hoe lang heb ik er over gedaan om dat te berekenen?).
Je zou je ademhaling kunnen tellen of de voetstappen die je zet. Je kan geluiden tellen die je hoort.
Je kunt ook jezelf uitdagen door twee willekeurige getallen op te schrijven, bij het hoogste willekeurige getal te beginnen en daar steeds 7 van af te trekken totdat je in de buurt van het laagste komt en bedenken in hoeveel keer dat gelukt is.
Er zijn genoeg varianten te bedenken.

Tot slot mijn favoriete manier van afleiding: De zintuigen afleiden.
Hierboven heb ik eigenlijk al voorbeelden van deze vorm van afleiding genoemd. Je zintuigen afleiden draait er om datgene wat je waarneemt, bewust te registreren, zodat er minder ruimte is om je emoties te voelen, zonder dat je ze wegmaakt. (Iemand die nieuwsgierig is kan eigenlijk niet tegelijkertijd angstig zijn)
Bovendien helpt het je heel erg te oriënteren op het hier en nu omdat je je bewuster wordt van de plek waar je je bevindt en indirect ook van de veiligheid (of het gebrek aan onveiligheid) ervan. Daarnaast kan je het overal doen. Je hebt niets nodig.
Tot slot werkt het zintuiglijke vaak kalmerend voor mensen die in hun kindertijd een trauma hebben opgelopen, omdat dat ook de zintuiglijke fase was. Het kwetsbare deel wordt als het ware direct gekalmeerd.

Er zijn talloze varianten van deze vorm van afleiding. Zo kun je bijvoorbeeld 5 dingen noemen die je hoort, 5 die je ziet, 5 die je voelt (lichamelijke sensaties, geen emoties! bv de druk van je voeten op de vloer, de kou van het glas water in je hand), eventueel 5 dingen die je ruikt en/of proeft. Ook kun je bewust op zoek naar bijvoorbeeld geuren die je prettig vindt, stoffen die je fijn vindt voelen en eten dat je lekker vindt smaken. Een andere vorm is om met aandacht een activiteit uit te voeren, bijvoorbeeld douchen: Sta stil bij de temperatuur van het water: Warm of koud? Het gevoel van de druppels op je huid, het gevoel van de stoom in je longen, de geur van je douchegel, het gevoel van de shampoo tussen je vingers, het beeld van je voeten die rood kleuren door de warmte van het water enz. Maak gebruik van de ruimte om je heen, dan ga je ook voelen dat je die ruimte in mag nemen, dat je niet alleen hoeft te blijven bij wat er binnen in je gebeurt. Je zult merken dat je het dan prima aan kan, je emoties.

En opeens is loslaten helemaal niet zo moeilijk meer…

Als je overspoeld wordt

wpid-flooding.jpg
In mijn hoofd noem ik het altijd ‘flooding’, de Engelse term, omdat ‘overspoeld’ voor mij niet precies genoeg het donderende geweld weergeeft waarmee emoties soms over je heen kunnen golven.

Vandaag voelde ik mij echt overspoeld, nóg, maar het begint inmiddels wat te zakken. Dat is het mooie aan emoties; Ze komen in golven en wanneer ze hun piek hebben bereikt en je jezelf hebt toegestaan om dat te voelen, zonder er naar te gaan handelen, nemen ze ook weer af.

Ik had therapie. Hoewel ik van tevoren gestrest was, omdat ik wist dat het zwaar zou worden, was ik bij aanvang heel rustig. Ik was de eerste cliënt van die dag en ik was te vroeg. Ik zag mijn therapeute binnenkomen. Ze zag mij in de wachtkamer en zwaaide uitgelaten, ze straalde en droeg een prachtige jurk. Ik was blij om haar te zien. Ze voelde vertrouwd.

We gingen naar beneden, naar de therapieruimte.  Aanvankelijk was alles nog ontspannen. We waren gewoon wat aan het kletsen en ik voelde me heel veilig. Het leek een goede basis.

Toen begonnen we met onze sessie en vanaf het begin ging dat al heel moeizaam. Ik was aan het saboteren in mezelf; verstand wilde links, gevoel wilde rechts en dan hield ik zelf ergens van boven op een heel oordelende manier overzicht. Ik dissocieerde, ik stuurde vervolgens weer terug naar de ruimte om daarna weer uit te zoomen. Dit hele gebeuren putte me erg uit. Ik voelde een heel scala aan emoties door elkaar; Bij ‘toen’, bij het nu… Was ik boos vanwege de zware sessie of was ik boos vanwege het onderwerp van de sessie? Was ik boos op daders, op therapeute of op mezelf? Het was een grote warboel, zoveel kan ik je in ieder geval vertellen.

Mijn therapeute bleef naar veiligheid zoeken, naar elementen om me gerust te stellen, maar op de een of andere manier bleef dat verschrikkelijke gevoel van ‘nooit meer veilig zijn’ overheersen.
We grepen terug op een ander soort therapie: Therapeute kwam zelf in ‘het onveilige plaatje’ om me te beschermen. Ik mocht zelfs achter haar gaan zitten (we beeldden de verschillende elementen van de situatie af met stoelen) en me verstoppen, maar ik wilde mezelf niet eens meer in veiligheid brengen. Ik voelde me bevroren. Ik sloeg mijn armen om me heen en moest alleen maar huilen. Ik wilde zo graag voelen dat ik beschermd en veilig was, maar ik was er alleen maar van doordrongen dat niemand me ooit heeft beschermd toen ze daarvoor in de gelegenheid waren.
Ik zat ontzettend te trillen. Therapeute probeerde op den duur de herinnering met me af te dekken en letterlijk te laten verdwijnen.

We moesten afronden en onderweg naar boven kwamen we de volgende cliënt al tegen. Ik was behoorlijk overstuur. Ik kreeg nog een kop koffie en mocht die rustig in de wachtkamer opdrinken. Daar heb ik bijna een uur gezeten met mijn winterjas aan omdat ik mezelf niet kon verwarmen. Toen ben ik richting huis gegaan.

Wat ik uiteindelijk gedaan heb om met de situatie om te gaan, is erkennen en benoemen wat er is en hoe diep ik zat, zonder er naar te handelen. Als je zoveel emoties voelt als ik vandaag, wil je handelen en meestal op een manier die niet helpend of constructief is. Bewust besluiten om niet te handelen, roept meer emoties op merk ik, want dan voelt het alsof ik de deksel er op probeer te houden, dus heb ik voor mezelf het handelen uitgesteld: “Ik wil nu ditenditenditendit…, als ik dat straks nog steeds wil, mag dat, maar voor nu ga ik alleen maar zitten en ‘zijn; Ik hoef niet meteen iets te doen”.

Als je dan een poosje bent met wat er is, merk je dat er in ieder geval niet meer bijkomt. Je begint het ritme te herkennen waarmee de golven over je heen spoelen en je begint een beetje mee te bewegen. Hoewel er in feite niets verandert, merk je dat je je hoofd steeds iets beter boven water kunt houden.

Dit was voor mij het moment dat ik me weer wat begon te oriënteren op de ruimte om me heen, niet als een reddingsboei en om me aan op te trekken, maar meer gewoon vanuit nieuwsgierigheid en omdat ik de ruimte daarvoor voelde nu ik mijn hoofd wat beter boven water kon houden.

Uiteindelijk werkt het dan toch als reddingsboei. Ik luisterde naar de gesprekken van de receptioniste en vormde er een mening over. Ik haalde iets van buiten mezelf naar binnen, waar er plotseling ook ruimte voor bleek te zijn.

Zo ging het steeds wat beter. Eerst goed genoeg om naar huis te vertrekken en nu al goed genoeg om dit te typen.

Ik ben nog steeds erg verdrietig. Ik ben nog steeds boos. Ik voel me nog steeds verlaten. En dat mag. Het mag er allemaal zijn. Het is wat het is, maar omdat ik gestopt ben met tegen de stroom in te zwemmen en mezelf gewoon even heb laten meevoeren, is er nu weer ruimte om te zien wat er nog meer is: ‘I weathered the storm’ en ik heb een therapeute die me in het nu niet alleen probeerde te beschermen tegen de herinnering aan gevaar die alleen nog in mijn hoofd bestaat, maar ook tegen een crisis; Het enige gevaar waar ik vandaag werkelijk aan bloot heb gestaan.