Triggerwaarschuwingen

Op Facebook zie ik het steeds vaker voorbij komen; het woord ‘trigger’. Met name in de trauma-gerelateerde groepen, verschijnt het om de haverklap boven een bericht. Triggers kunnen heel divers zijn, want het verschilt per persoon en soort trauma waardoor iemand geraakt wordt. Het gevolg is dat er op sommige plekken onderhand boven ieder bericht het woord ‘trigger’ staat. Naast berichten met bijvoorbeeld een inhoudelijke beschrijving van bepaalde misbruikervaringen, staat zo’n melding bijvoorbeeld ook boven berichten waarin iemand schrijft eenzaam te zijn, of boven berichten waarin iemand zegt vandaag geen goede dag te hebben gehad.
Dit overvloedige gebruik van triggermeldingen vind ik niet goed. Hieronder zal ik dat proberen uit te leggen.

Ik schrijf vaak dat therapie bij trauma helpt. Dan heb ik het met name over therapieën die bewezen effectief zijn, zoals EMDR en vormen van Exposure-therapie. Naast deze dingen denk ik dat het belangrijk is om iets lichaamsgerichts te doen. Dat kan van alles zijn: Dansen, drama, haptotherapie, een vechtsport, psychomotore therapie, yoga… Waar het om gaat is dat de verbindingen tussen hoofd, hart en lijf hersteld worden en dat het lijf ook de kans krijgt bepaalde ervaringen en indrukken los te laten en nieuwe, tegengestelde ervaringen op te doen.
Een derde pijler is lotgenotencontact. Mensen zijn sociale wezens. Ze hebben de behoefte zich te begeven in groepen van, bij voorkeur, gelijkgestemden. Ook mensen met een trauma zijn daar geen uitzondering op. En dat is heel begrijpelijk. Dergelijke ervaringen werken vervreemdend. Bovendien voelen dingen vaak dragelijker als je ze kunt delen. Waar kan zoiets beter dan op een plek waar mensen begrijpen wat je hebt meegemaakt?
Lotgenotencontact kan heel positief zijn. Het kan een steun in de rug zijn op weg naar herstel, een fijne veilige plek, een oase van rust. De keerzijde is echter dat het groepsmechanisme ook andersom werkt. Als 1 persoon in de groep te hard vooruit gaat, zou de groep zich daar tegen kunnen verzetten, met als gevolg dat dat individu zich, omdat de groep veel betekenis heeft uiteindelijk (maar weer) schikt naar de meerderheid.
Zulke dingen gebeuren in het klein of groot in alle groepen, maar in een groep waar de gemeenschappelijkheid draait om de meest erge levenservaring(e)n, is dit iets om extra waakzaam voor te zijn.

De ontwikkeling van het overmatige gebruik van triggerwaarschuwingen vind ik een voorbeeld van dat slechte groepsmechanisme. Het is als een knoop die je los probeert te maken, maar eigenlijk steeds vaster trekt: Iemand komt in een groep om zijn ervaringen te delen, maar krijgt de boodschap dat hij anderen niet teveel mag raken. “In deze groep plaatsen wij een content- waarschuwing als het om moeilijke dingen gaat” Omdat hij zelf weet hoe het is om erg overspoeld te raken, houdt hij daar uiteraard rekening mee en deelt zijn ervaring pas na het plaatsen van een triggermelding. Na een tijdje in dit stramien leert hij dat de dingen die hij voelt voor een enkeling in de groep ook heftig kunnen zijn en ook daar komt in het vervolg een waarschuwing boven. Als anderen dat bericht dan ondanks de waarschuwing lezen en vervolgens reageren dat het wel echt heftig is, zal dat bevestigend werken. Niet alleen in de zin van “toch maar goed dat ik die triggerwaarschuwing geplaatst heb”, maar ook als een “Goh poeh, wat is het toch ook heftig wat ik hier neergeschreven heb” (Wat zijn mijn ervaringen toch heftig. Wat is het toch heftig wat ik voel. Wat is het leven toch heftig)
Uiteindelijk zal hij, in een dergelijk klimaat, voor de zekerheid zelfs zijn smalltalk onder een triggerwaarschuwing plaatsen. Je weet immers maar nooit wie je raakt, toch?

Het is heel aardig en ook belangrijk om rekening met een ander te houden; Het is mooi dat je anderen geen pijn wilt doen. Maar in een groep zijn, waar je niets kunt delen zonder dat je het van tevoren moet classificeren als te gevoelig, is schadelijk.
Mensen delen dingen juist, zodat ze iets van de spanning die bij hun ervaringen hoort los kunnen laten. Dingen delen en onderwijl in de eerste plaats opnieuw en opnieuw en opnieuw bezig zijn met hoe triggerend het eigenlijk is, maakt van het delen weinig anders dan een herbeleving.

Laten we daarom stoppen met het onnodige gebruik van triggerwaarschuwingen en het risico nemen om geraakt te worden; het risico nemen om een ander te raken, het risico nemen om ons (weer) menselijk te voelen.

Laten we het risico nemen dat het op een dag misschien minder pijn zal doen.
(En dat dat oke is.)

Tegenslagen

“You may encounter many defeats, but you must not be defeated”
Maya Angelou

 

Tegenslagen horen bij het leven. Op sommige dagen is het gewoon shit. Dat mag. Dat kan. En het gaat ook weer over.

Mensen met een (jeugd)trauma vinden het vaak erg lastig om te accepteren dat emoties als boosheid, angst en verdriet ook gewoon bij het leven horen, dat dat ook niets met het trauma te maken kan hebben. Omdat ze nog jong waren ten tijde van het ontstaan van het trauma en het ook nog eens veel emoties bij ze oproept (die ze misschien niet makkelijk aan andere dingen kunnen koppelen), wordt het lastig om onderscheid te maken tussen deze traumagerelateerde emoties en de normale emoties uit het dagelijks leven. Het voelen van bepaalde emoties raakt verstrengeld met elementen van het trauma. Zo kan het bijvoorbeeld moeilijk zijn om een situatie te verdragen die een milde angst oproept, omdat het ervaren van die gevoelens, doet denken aan de doodsangst die bij het trauma hoort. Je kunt je voorstellen dat het op deze manier erg lastig wordt om dingen te ondernemen die buiten je comfortzone vallen. Ironisch genoeg zijn het juist die dingen die buiten je comfortzone vallen, die maken dat je kunt groeien en je kunt ontwikkelen; de dingen die zorgen dat je je leven kunt veranderen. Het is daarom heel belangrijk om je niet door je gevoelens te laten weerhouden om de dingen te doen die goed voor je zijn.

Ik zeg het daarom nog maar eens: Emoties zijn normaal. Emoties horen bij het leven.

Het is ok om boos te zijn.
Het is ok om bang te zijn.
Het is ok om verdrietig te zijn.
Het is zelfs ok om het even allemaal niet precies te weten.

Soms weet ik het zelf ook allemaal even niet zo goed.
Om eens heel openhartig te zijn: Vandaag is bijvoorbeeld zo’n dag.
Het is allemaal pfft.
En nou ja, dat is dan maar zo. Het mag best even shit zijn.
En misschien is het zelfs wel wat langer dan even. Ik geloof erin dat het wel weer beter wordt. Niet omdat ik het einde van de tunnel kan zien en ook niet omdat ik zoveel goede ervaringen heb waar ik uit kan putten en mezelf mee op kan peppen, maar omdat ik wil dat het beter wordt. Ik denk dat alles staat of valt met wat je wilt. Mindset.

Toen het eens echt niet goed met me ging, zei iemand tegen me: “Huil maar, breek maar. Van de stukken maak je wel weer wat je nodig hebt.”

Ik geloof dat dat het is: Tegenslagen horen bij het leven, maar verslagen worden is een keuze.

In een jaar kan er veel gebeuren…

Vandaag is het precies een jaar geleden dat Samen Helen is geboren. Ik had geen beschuit met muisjes om het heuglijke feit te vieren, maar wel veel thee en troost-chocolade. Het was die dag namelijk ‘Therapy Tuesday’ en we waren net met iets nieuws begonnen dat ik heel eng en moeilijk vond. Ik besloot deze blog te beginnen als een soort van positief tegenwicht voor de zware tijd die voor me lag. We weten allemaal hoe dat uit de hand gelopen is…

Een jaar later; 75 posts, 681 volgers, een ‘beste blogpost van het Nederlandse taaldomein’-nominatie, een twitter-account, een vertaling (die, ik geef toe, wat meer aandacht verdient), 3 gastschrijvers en ontelbare likes, shares & reacties (waarvoor ongelooflijk bedankt, echt!) verder…

Wauw, wat is er veel gebeurd!

En dan bedoel ik niet alleen hier op mijn blog, natuurlijk.

Een jaar en wat uurtjes geleden, zat ik in een PMT-ruimte met mijn therapeute voor een soort EMDR-deluxe. Ik had toen al een geruime tijd traumatherapie met EMDR, maar waar ik daarbij vaak tegenaan liep was dat ik ‘weg ging’ van het trauma, wanneer ik woorden gaf aan wat ik zag/voelde/ervoer. Het was een strategie die lange tijd succesvol was geweest voor me, maar die ik niet makkelijk kon afleggen toen dat nodig was. Ik wilde wel bij mijn gevoel blijven, maar ik wist niet precies hoe.

Ik denk overigens dat, maar volgens mij is dit verband nergens bewezen, mijn hoogbegaafdheid en ook de talloze dingen die ik tegelijk deed ten tijde van het seksuele geweld om mezelf ervan af te leiden, ervoor zorgden dat ik gewend was aan grote(re) werkgeheugenbelasting, waardoor de EMDR zoals we het deden niet voldoende belastend was voor mij op dat moment. Er bleef ruimte om ervan weg te gaan.

Ook denk ik dat ik ervan weg ging juist door dingen verbaal te maken. Als je zo jong bent als ik was; Ik was ongeveer vier toen het begon, heb je nog niet veel woorden voor wat er gebeurt. Door er wel woorden aan te geven (die eigenlijk niet bij je ervaring van dat moment horen), ga je weg van dingen die je soms alleen hebt opgeslagen als een gevoel.

Een poosje eerder, toen ik ook zo vastzat in dat krampachtige overrationaliseren, vroeg mijn vindingrijke therapeute eens om mijn handen zo boven mijn hoofd te houden als ik het in mijn plaatje zag. Terwijl ik dat deed, vroeg ze me naar het plaatje te blijven kijken. Al toen ze het voorstelde voelde ik grote onrust en weerstand in mijn lijf, maar ja, ik wilde vooruit, dus ik deed het: Er klikte wat in elkaar en ik brak. Het was de eerste keer dat ik huilde. En huilde. En huilde. Ik wilde mijn handen weer omlaag doen, maar ze vroeg me ze daar te houden, terwijl we werkten aan het plaatje en ik huilde en huilde en mijn SUD-score beetje bij beetje omlaag ging. Het was verschrikkelijk, maar ik voelde me zoveel beter toen ik uit de sessie kwam. Niet meteen, maar toen ik wat bijgekomen was en had geslapen was het alsof ik honderd kilo lichter was.

We zijn er die keer dus achtergekomen dat het werkte om mijn lijf erbij te betrekken. Toen EMDR daarna verder weer wat stroef ging, besloten we om het eens een poosje op deze manier te proberen. Vorig jaar, deze dag, zou de eerste keer zijn.

Er was een herbeleving die ik altijd had, vaak als ik ging liggen wanneer ik al gespannen was, of als iemand zich agressief gedragen had of soms door andere triggers. Het laat zich het beste omschrijven als “De klap waarmee mijn rug de grond raakte”. (Zo noemde ik het plaatje ook).
Als ik niet snel genoeg naar huis wist te rennen en ze me onderschepten, werd ik niet al te zachthandig tegen de grond getrokken/gegooid. Voor mij als kind was dat het moment waarop alles verloren was. (Ik kijk daar met de kennis van nu iets anders tegenaan; ik denk dat het een illusie was die zij bewust creëerden, wegkomen was nooit een optie). Ik herinnerde me altijd hoe het klonk als de lucht uit mijn longen werd geperst en mijn lijf de grond raakte. Ik kon dat voelen, aan mijn lichaam. Steeds en steeds opnieuw. Hoewel het minder bedreigend klinkt dan andere dingen die ik hier wel eens geschreven heb, was dit voor mij, vanuit mijn kinderbeleving echt heel naar.
Dit was het plaatje waarmee we ons tijdens “EMDR-deluxe” (te leuke naam om er niet in te houden) bezig zouden houden.

Dus we zaten daar vorig jaar in die PMT zaal, met het doel om dat gevoel voldoende na te bootsen, vooral niet teveel te praten en te rationaliseren en wanneer de spanning voldoende opliep EMDR toe te passen.

In de praktijk ging het wat anders. In een mailtje schreef ik er het volgende over:

We doen zo’n PMT-EMDR iets waar ik je ooit eerder wat over heb verteld. De bedoeling was dat ik zou vallen op een matje en het moment zou herbeleven dat alles verloren was. Bij druk tegen mijn rug moest ik me (voorstellen dat ik tegen de grond getrokken werd en me) laten vallen, maar om eerlijk te zijn lukte het me niet. Ik deed alleen maar mijn ogen dicht en wachtte tot het moment voorbij was. Ik vond het ook lastig om in het hier en nu te blijven. Ik was een beetje geneigd om te smokkelen, omdat ik inmiddels veilig heb leren vallen, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling, dus wilde ik helemaal niet naar de grond.

Ik was bang. Naar de grond gaan vond ik verschrikkelijk eng. Mijn kernopvatting was dat alles op de grond verloren zou zijn. Ik had zelfverdediging gehad met ook valtraining (wat overigens ook doodeng was), maar dit was een heel nieuw level van eng. Dit doen met dat specifieke plaatje in mijn achterhoofd…
Ik deed mijn ogen dicht en wachtte tot het moment voorbij ging (een oude, niet succesvolle strategie).
Mijn therapeute, niet voor 1 gat te vangen,stapte toen over op imaginaire rescripting:

Ze zei: “Stel je voor dat je een toverdrankje neemt, waardoor je in 1x honderd keer sterker bent. Verzet heeft zin. Wat zou je doen?” Mijn eerste reactie was dat dat niet realistisch was, maar ze zei dat het net zo min realistisch was dat ik het gevoel had dat de daders nog steeds met ons in dezelfde ruimte zijn en dat ik zelf de fantasie mag kiezen die me het meest helpt; Het toverdrankje of de ingebeelde machteloosheid in het nu. Ik mocht mezelf losmaken van mijn stootkussen-aanvaller en ik mocht mezelf ook in veiligheid brengen, omdat dat kan in het nu.

Toen ze tegenover me stond en ik mezelf mocht beschermen en moest voelen dat ik mezelf mocht beschermen, merkte ik dat ik sloeg zoals ik dat bij zelfverdediging geleerd heb. Met weinig inspanning en het gebruik van mijn lichaamsgewicht. Ik probeerde voorzichtig te zijn, maar ze was op een gegeven moment buiten adem. (Stiekem vond ik dat heel grappig)
Ik zei tegen haar dat het me niet lukte om als een kind te slaan, omdat mijn systeem efficiënt wil reageren zoals ik bij zelfverdediging geleerd heb. Ze vond het fijn en goed en ze zei dat dat juist prima was, omdat ik in het nu werkelijk de mogelijkheid heb om me te beschermen.
Het bijzondere is dat ik me dan totaal niet meer onveilig voel in de situatie. Het is dan niet langer meer ik en een verlammende herinnering waarin het nooit zin had om te vechten en waarin verzet leidde tot extreme straffen, maar alleen ik, mijn actie en geen oordelen; Een hier en nu waar ik veilig ben.

Het is gek te bedenken dat dit nog maar een jaar geleden is.

We hebben nog een aantal keer op deze manier gewerkt en het heeft me steeds veel opgeleverd. Er was in deze setting ruimte voor het uiten van mijn boosheid (die ik steeds meteen wegmaakte, want oef gevaarlijk), omdat ik die direct naar buiten mocht richten, door op stootkussens te slaan. Er werd gericht geEMDRt, waarbij ik merkte dat het me veel beter lukte erbij te blijven, omdat alles niet in de eerste plaats verbaal was. Verder merkte ik dat het in beweging zijn me hielp tegen dissociatie. En ik denk dat met alle verschillende dingen die me daar aangeboden werden, mijn werkgeheugen ook voldoende belast werd.

Maar dat is allemaal heel theoretisch. Praktisch gesproken, kan ik vooral zeggen dat ik op deze manier enorme stappen heb kunnen maken.

Toen ik vorig jaar mijn ogen dichtkneep, mijn vuisten balde en mijn hart heel snel voelde  kloppen, omdat ik koste wat kost niet op de grond wilde komen, “want dan zou alles verloren zijn”; Toen ik die steen in mijn maag voelde wanneer ik het stootkussen in mijn rug voelde, had ik nooit gedacht dat ik 9 maanden daarna op een sport zou gaan waarbij tegen de grond geworpen/geklemd/gegooid worden, even normaal is als ademhalen. Ik zou al helemaal niet hebben kunnen bedenken dat het me zou lukken om die twee zaken succesvol te combineren. Met gemák!

Inmiddels zijn we weer 2,5 maand verder. Mijn Aikido-school heeft een zomerstop en ik mis het verschrikkelijk.

Wie had dat kunnen denken?

In een jaar kan er veel gebeuren.
Ik kijk nu al uit naar SH’s tweede jubileum!

Je bent niet te beschadigd


 kim ca

“Kim Campbell vloog haar half kapotgeschoten A-10 gevechtsvliegtuig naar huis, ondanks grote schade”
Dit type vliegtuig kan met flinke schade nog doorvliegen, omdat er naast een modern hydraulisch systeem, ook nog een oud handmatig systeem in zit.

 

Mariska heeft mij gevraagd een gastblog te schrijven, met als opdracht: “Wat is het belangrijkste dat je via dit medium zou willen delen?”
Nou weet ik toevallig dat de post “Maar wat nou als ik te beschadigd ben” heel veel gelezen is. En daar wil ik graag iets heel belangrijks aan toevoegen. Ik werk veel met slachtoffers. Sommigen van jullie kennen mij misschien van de workshop die ik gaf op de Dag van het Misbruikte Kind 2015. Om te zeggen dat jullie zo ontzettend sterk zijn, is een beetje een dooddoener. Dat zijn jullie. Maar er zijn twee gebieden waar jullie niet eens van weten hoe sterk je bent.

1: Je alarmsysteem

In de zelfverdediging noemen we een tegenstander geen tegenstander, slechterik, of dader: we noemen zo iemand een “Threat” – een bedreiging. Dat lijkt misschien niet zo’n groot verschil, maar het maakt het mogelijk om voor jezelf te kiezen zonder voor de ander te hoeven psychologiseren. Als iemand een bedreiging voor je is, maken zijn intenties niet uit. Het woord “bedreiging” impliceert dat je jezelf sowieso mag beschermen. Een vriend die teveel heeft gedronken terwijl hij mij naar huis zou rijden, is ook een Threat. Leuk dat hij mijn vriend is, maar ik pak echt zijn autosleutels af en als hij moeilijk doet, gaan die zo – plons – de gracht in.

Niet alleen leerlingen, maar ook vriendinnen vertellen me vaak over situaties waarin ze het gevoel hadden: “Hier klopt iets niet. Ik vertrouw deze situatie niet. En om precies te zijn: ik denk dat deze persoon een bedreiging is.”

Wat mij opvalt is dat jullie alarmsysteem het nog gewoon normaal doet. Ik zie geen enkel verschil tussen de situaties waar slachtoffers en niet-slachtoffers mijn mening over vragen. Ik hoef nooit te zeggen: “Nee joh, dat zie je totaal verkeerd. Je overdrijft totaal.” Het enige wat ik kan zeggen is: “Je hebt het helemaal goed ingeschat.”

Hiermee wil ik niet zeggen dat jullie niet beschadigd zijn. Sterker nog, ik weet dat het van levensbelang is dat je eerst slachtoffer mag zijn voor je kunt helen. Woorden zijn daarin heel belangrijk. Pas op: het is niet zo dat iets je is gebeurd. Dat iets je is overkomen. Iemand heeft jou iets aangedaan. Bewust, met voorbedachten rade, en tegen jouw wil, stem en verzet in. Dat moet eerst gehoord en erkend worden.

Maar wat mij steeds weer verbaast, is hoeveel er onder die beschadiging nog steeds gewoon functioneert. Want het blijkt: als jij voelt dat het niet pluis is, dan klopt dat gevoel.

 

2: Je zelfverdedigingssysteem

Een van mijn leerlingen vertelde me onlangs iets, nadat ik haar al een flinke tijd lesgeef. Ze vertelde dat ze jaren nadat ze misbruikt is, in een gevecht met een man op de grond terecht kwam, en tegen haar lichaam en hoofd werd geschopt. Ze greep de benen van haar aanvaller vast en trok hem tegen de grond. In een ander geval wist ze aan een groep bedreigingen te ontkomen door één van hen opzij te beuken.

Eh, wacht, wat? Hoe kan dat?

Ik ben geen psycholoog. Wat ik zie, is dat er bij slachtoffers heel, heel veel kapot is op het niveau van de overtuigingen. De overtuiging dat je gelukkig mag zijn is bij slachtoffers vaak vernietigd. De overtuiging dat je voor jezelf mag kiezen ook. En daarbij is je een overtuiging opgelegd: dat je jezelf niet mag en niet kunt verdedigen.

Daarvoor ligt de schuld bij de daders: de oorspronkelijke Threats die de daden hebben gepleegd. Zij hebben bewust geprobeerd jou hulpeloosheid aan te leren. Het probleem is echter dat de maatschappij deze schade in stand houdt – met ons beeld van vrouwen als hulpbehoevende wezentjes.
En soms gaat het ook in de hulpverlening flink mis. Ik weet van meerdere gevallen waarin hulpverleners bang waren dat een slachtoffer zélf dader zou worden, omdat ze zich verdedigde. Begrijpelijk, want soms worden slachtoffers ook daders. Alleen is jezelf verdedigen daar GEEN indicatie voor.

Waarom niet? Je kunt geweld indelen op een schaal van intensiteit. En ergens halverwege komt daar een tijdsaspect bij kijken. Zelfs de oude Grieken hadden al een verschil tussen iemand doden in het heetst van de strijd, en iemand “met voorbedachten rade” (“ek pronoia”) ombrengen. Het is iets totaal anders of je ter plekke beslist (of niet eens beslist, maar genoodzaakt wordt) om dodelijk geweld te gebruiken, of dat je van tevoren besluit: “Jij gaat eraan.” In het eerste geval geef je de bedreiging nog een keuze, want als hij ophoudt, hoef je hem verder niks aan te doen! In het tweede geval is er geen keuze: “Wat je ook doet, ik heb al bedacht dat ik je ombreng.”

Dit is niet een kwantitatief verschil, dit is een kwalitatief verschil. Jezelf verdedigen is dus NIET een teken dat jij een dader wordt. Helaas weten de meeste mensen te weinig van de logica van geweld om te begrijpen hoe geweld werkt.. In de gevallen die ik ken, werd het slachtoffer een anti-agressie-training aangeboden. En dat is heel erg jammer, want het geeft totaal het verkeerde signaal, en dat kan zelfs beschadigend zijn.

Toen ik zelf het verhaal hoorde van mijn leerling, kreeg ik kippenvel van bewondering. Wow – wat is hier aan de hand? Hoe werkt dit? De leerling in kwestie is niet bepaald Arnold Schwarzenegger, maar toch wist ze in twee afzonderlijke situaties te winnen, en nog wel vanuit zeer nadelige posities. Dus – hoe kan dit?

Iedereen kan zichzelf al verdedigen. Dat is een ingebouwd programma. De vraag is alleen: geef je jezelf toestemming om het te gebruiken? Dat is waar ik leerlingen mee probeer te helpen. En dat is waar slachtoffers het extra moeilijk bij hebben.

Je zou namelijk best eens aan kunnen nemen dat dit programma bij slachtoffers compleet kapot is. Want volgens je overtuigingen mag je niet voor jezelf opkomen. Maar wat deze ervaringen dus duidelijk maken: iets in jou functioneert gewoon zoals het zou moeten.

Ik stel het me voor als een heel oud programma dat in elk levend wezen zit voorgeprogrammeerd. Iets met antennes en tentakels en een heel basic zelfbewustzijn. Een blauwdruk van het leven. En ergens diep in jou, als de situatie heel erg is, gaat er een schakelaar om en wordt dat oude programma geactiveerd.

En dat programma heeft geen boodschap aan jouw opvattingen. Over wat mag en wat niet. Het geeft niks om of jij denkt dat je sterk genoeg bent of niet. Dat programma gaat jou veilig uit die situatie brengen. Koste wat kost.

Zal ik het nog een keer zeggen? Dit heeft niets te maken met een dader worden. Dit programma zit in ieder levend wezen, en terecht. Dat jij je verdedigt tegen een bedreiging, betekent absoluut niet dat jij een monster wordt. Voor een buitenstaander als ik is het zelfs ironisch dat uitgerekend jullie, die door pure noodzaak een extreem sterke empathie voor alles en iedereen hebben ontwikkeld, bang zijn dat je zelf sociopaat wordt.

Een mooie reactie van een hulpverlener was dan ook geweest: “Wow, wat mooi! Zie je wel? Je kunt het!” Want je mag jezelf altijd verdedigen. Altijd. Dat recht heb je. In dit soort gevallen adviseer ik mijn leerlingen altijd hun overwinning te vieren. Met een gebakje of iets anders lekkers. En het op te schrijven. Bevestigen dat dat je écht gelukt is.

Dit oeroude programma is niet iets verschrikkelijks. Dit is iets prachtigs. Mensen hebben een heleboel aan jullie kapot gemaakt. Jullie hebben overtuigingen opgelegd gekregen die zeer belemmerend zijn. Maar daaronder functioneren twee essentiële systemen nog 100% naar behoren: je alarmsysteem en je zelfverdedigingssysteem, allebei nog compleet intact. Waanzinnig mooi.

En dat betekent ook dat je op jezelf mag vertrouwen. Je zal de situatie juist inschatten als je denkt dat er iets niet in de haak is. En als je actie onderneemt, zul je dat doen omdat er een bedreiging is.

En ik denk dat deze twee systemen jou ook de mogelijkheid bieden om volgende keer eerder te gaan handelen. Niet pas als je op het randje van leven of dood balanceert, maar als je alarmsysteem afgaat. En ik denk dat het je de weg wijst naar voor jezelf opkomen. En voor jezelf kiezen. En gelukkig mogen zijn. En ik denk dat jullie dat kunnen. Ik heb er vertrouwen in.

Goede vlucht!

taking off
Het type vliegtuig dat Kim Campbell boven Baghdad vloog. (Photo credits: “Taking off” van Daniel J MacLain, 2004.)

Valeer Damen
Udemushi Zelfverdediging

Dromen over regie

Jarenlang heb ik nachtmerries gehad. Soms meerdere malen per nacht, dan weer een tijdlang niet. Wat ik droomde was altijd hetzelfde: Een levensechte herhaling van de dingen die mij als kind overkomen zijn. Verschrikkelijke buikpijn-dromen vol machteloosheid, die zo realistisch waren, dat ik er, wanneer ik er uit wakker schrok, een tijdje voor nodig had om mezelf te overtuigen dat het “maar gewoon een droom was”.

Dromen hebben een functie: Het is een manier van je hersenen om informatie te verwerken en (zintuiglijke) indrukken te ordenen. Bij mensen met een post traumatische stress stoornis echter, zijn dromen vaak vooral een vorm van herbeleving: het traumatisch herhalen en herhalen van informatie die nog niet voldoende verwerkt is. Zodra dit verwerken wel op de goede manier gebeurt en de informatie op de juiste plek in het geheugen opgeslagen wordt, bijvoorbeeld door therapie, nemen ook de nachtmerries af.

De laatste tijd heb ik regelmatig dezelfde droom. Het is geen leuke droom, maar zeker ook geen nachtmerrie:

In mijn droom ben ik ergens op een openbare plaats; Een discotheek? Een kroeg? Bij het wakker worden zegt het me niets, maar in mijn droom is het bekend. Ik ben er met een vriendin. Soms iemand die ik werkelijk ken, soms iemand die ik alleen in mijn droom ken. We praten en lachen en het is gezellig. Ik voel me ontspannen. Het is een leuke avond.

Zodra mijn vriendin weg gaat om drinken te halen of naar het toilet te gaan, verandert de situatie.

Iemand benadert me ongemerkt van achteren en slaat een arm om mijn hals. Instinctief herkent mijn lijf het lijf waar ik nu tegenaan gedrukt sta. Een stem noemt mijn naam en zegt in mijn oor: “Wij hebben nog wat af te maken samen”. IJskoude angst overspoelt me. Mijn spieren spannen zich. Vingers haken in de lussen van mijn broek en een duim verdwijnt onder mijn broekboord. Nee! Ik bevries. Waar is mijn vriendin? Waar zijn mijn handen? Met mijn handen kan ik… Ik moet… Wat moet ik doen? “Jij gaat nu met me mee naar buiten en als je ook maar probeert om weer weg te lopen, zal ik je met plezier herinneren aan wat er dan gebeurt” Terwijl hij dat zegt, trekt hij me nog wat meer achterover. Ik verlies mijn balans. Ik verlies. Ik… Nee!
Voor ik goed besef wat er gebeurt, heb ik mezelf achterover tegen hem aan laten vallen. Hij wankelt. En opeens is daar mijn elleboog. “Nooit meer”
Ik voel en hoor de impact, maar ik kijk niet. Ik wil alleen maar weg en hij is geen seconde meer waard dan de tijd die ik al aan hem heb besteed. Mijn benen rennen zonder te vluchten. Ik leef.

Soms gaat de droom nog verder: Soms was er een toeschouwer, een vriend, iemand in wie ik vertrouwen heb, die zag wat er gebeurde, die van plan was me te helpen, voordat hij zag dat ik het allemaal onder controle had. Hij zegt dan dingen die mijn gevoel van regie bekrachtigen en die me tegelijkertijd het gevoel geven dat ik waardevol ben, dat er van me gehouden wordt; Dat dingen nu anders zijn en dat ik nu mensen om me heen heb die niet passief zouden blijven toekijken.

Ik zei al dat het geen leuke droom was, maar het is ook zeker geen nachtmerrie. Het is een realistische droom over waar ik nu sta.

Niemand is onkwetsbaar voor gevaar, pijn en verdriet. Deze dingen horen bij het leven. Je kan je ogen ervoor proberen te sluiten, of bibberend in een hoekje kruipen, omdat je bang bent voor de werkelijkheid, maar dan verzwak je jezelf alleen maar. Het is er en het verdwijnt niet. Het enige wat je op die manier laat verdwijnen is jezelf...

In mijn droom ben ik bang. Heel bang. Natuurlijk ben je dat in zo’n situatie. Maar angst betekent niet dat het al verloren is. Angst is alleen maar een boodschapper die heel hard roept: “Dit is niet goed. Blijf niet in deze situatie. Verander wat je kunt veranderen, want dat is nodig.”

Ik had de regie; De hele situatie lang had ik de regie. Mijn dader probeerde me over te halen de regie aan hem over te dragen. Hij probeerde me te intimideren. Hij probeerde me achterover te trekken; Letterlijk uit balans te krijgen, maar zelfs als je valt, kun je nog kiezen hoe je valt. Er is altijd keuze.

Mijn lijf begreep het eerder dan mijn hoofd: “Jij wilt dat ik val? Prima, dan val ik, maar wel op mijn voorwaarden”.

Regie, dus.

Als volwassene kan je kiezen. Ik zeg niet dat je opties altijd fantastisch zijn, maar er is altijd keuze. Maak daar gebruik van.

En de toeschouwer?

Ik heb ervoor gekozen mezelf te omringen met gezonde, veilige anderen. Mensen van wie ik op aan kan. Of dat nou betekent of ze voor, naast, of achter me zullen staan.

Omring jezelf met mensen die de regie bij jou laten. Die toejuichen dat jij jij bent; Je keuzes accepteren omdat het jouw keuzes zijn, niet omdat het zou zijn wat zij zouden kiezen. Omring jezelf met mensen die je waarde zien, altijd.

En vergeet niet je eigen waarde. Nooit.

Gedachten over veiligheid

veiligheid

Volgens mij weten we allemaal heel goed wat onveiligheid is. We zijn misschien niet altijd even goed in staat om een adequate inschatting van onze veiligheid te maken  op het moment dat deze in het gedrang is, maar we weten op het moment dat we niet in gevaar zijn heel goed wanneer iets onveilig is (geweest).

Moeilijker is het vaak om in te schatten wanneer iets veilig is of zelfs wat veiligheid eigenlijk betekent. Jammer is dat!
Want, hoewel ons systeem nog gelooft dat het er om gaat om je tegen onveiligheid te wapenen (omdat dat is wat we geleerd hebben te verwachten) gaat het er in een gezonde situatie juist om hoe je je met veiligheid kunt omringen.
En hoewel het als kind niet mogelijk was, omdat je klein was en daardoor afhankelijk en machteloos, mag (moet!) je als volwassene kiezen voor veiligheid.

Voor veiligheid kiezen is echter iets anders dan dingen vermijden die je een angstig gevoel geven.

Wanneer je dat doet, verklein je je levensgeluk (je beperkt jezelf dan teveel op het gebied van beweegruimte en in relaties met anderen). En levensgeluk is ook iets waar je, hoewel het vroeger anders was, nu voor mag en kunt kiezen.

Het gaat dus om het vinden van de juiste balans.

En dat is moeilijk, dat begrijp ik.
Maar dat het moeilijk is, betekent niet dat het onmogelijk is.

Het eerste wat je moet weten, is wat veiligheid is:
Wat betekent het als je veilig bent?

Het betekent niet dat je een leven kunt leiden dat vrij is van pijn en verdriet. Ik schreef het al eerder: Pijn en verdriet horen onlosmakelijk bij het leven. Bovendien kan vreugde niet bestaan zonder verdriet. Dus wat is veiligheid dan wel?

Een mooie definitie vind ik deze: “Veiligheid is de behoefte om je redelijkerwijs onkwetsbaar te voelen voor narigheid veroorzaakt door jezelf en anderen. Daarnaast is het de behoefte dat je naasten redelijkerwijs onkwetsbaar zijn voor narigheid veroorzaakt door hunzelf of anderen”
‘Redelijkerwijs’ betekent in dit geval dus niet onkwetsbaar voor álle narigheid, maar alleen voor die narigheid die buitenproportioneel is.

Veiligheid is dus concreet dat je redelijkerwijs in staat bent om jezelf er tegen te beschermen dat anderen je moedwillig pijn doen, je misbruiken of dat je traumatische dingen meemaakt. Terwijl je jezelf beschermt, lukt het je om bij jezelf en in het hier en nu te blijven en ben je steeds in staat om gezonde beslissingen te nemen.

Net zoals het vermijden van alles wat je bang maakt of weerstand bij je oproept, niet echt betekent dat je je veiligheid verbetert, is dissociëren wanneer je het gevoel hebt dat je in gevaar bent ook geen goede oplossing.

Dissociatie was vroeger een laatste redmiddel omdat je niet in staat was om op een andere manier voor je veiligheid te zorgen. Het is belangrijk ervoor te waken dat het in het nu geen standaard reactie op onveiligheid wordt, omdat je nu wel meer mogelijkheden hebt. Deze mogelijkheden zijn bovendien beter, omdat ze vaak concreet betekenen dat je in staat bent om een eind te maken aan datgene wat onveilig is.

Daag je systeem uit. Je hoeft het (nog) niet te voelen. Het gevoel is een langzame leerling; Ik schreef hier al eerder over. Probeer in ieder geval om het verstandelijk te begrijpen: Met logica valt te redeneren. De rest komt vanzelf. Oefen gezonde opvattingen over veiligheid en oefen de gedachte dat je het recht hebt om jezelf te beschermen: Ieder mens heeft het recht op veiligheid. Jij ook. Jij vooral.

“Ik heb het recht om veilig te zijn”

“Ik heb het recht om mezelf te beschermen”

Ja echt.

Er zijn verschillende soorten veiligheid en het is belangrijk om je daar bewust van te zijn, zodat je goed in staat bent om jezelf te beschermen.

Allereerst is er fysieke veiligheid. Dit betekent dat je lichaam niet in gevaar is.
Fysieke veiligheid bewaken houdt in dat je in staat bent om een gevaarlijke situatie te herkennen, je mogelijke opties te overzien, naar die mogelijkheden te handelen en jezelf uit de situatie te halen als je de situatie zelf niet veilig kunt maken.

Er is ook mentale veiligheid: In staat kunnen zijn om opvattingen, denkpatronen en een bewustzijn te kiezen dat je helpt te komen waar je wilt of moet komen.

Tot slot is er emotionele veiligheid: Dit houdt in dat je in staat bent te herkennen wat je voelt in situaties en ook wat je intuïtie je vertelt en dat je vervolgens kunt handelen naar je gevoel en intuïtie, in het bijzonder als ze je waarschuwen voor gevaar.
Hiervoor is het natuurlijk belangrijk dat je oefent met je gevoelens leren voelen en ook verdragen (ook dit is iets dat ik al eerder noemde). Wanneer je beseft dat je gevoelens van onveiligheid kunt verdragen en hoewel het onprettig is, nog wel in staat bent om er op een gezonde manier naar te handelen, bewaak je je emotionele veiligheid.

Vragen die je jezelf kunt stellen als je aan de slag wilt met veiligheid zijn bijvoorbeeld:

-Hoe veilig is mijn omgeving? Is mijn huis veilig?
-Wat maakt dat ik me fysiek veilig voel als ik alleen ben? Of met anderen? Of in verscheidene situaties?
-Zijn de mensen met wie ik omga en in aanraking kom veilig? Als ze dat zijn, wat maakt een situatie en deze mensen dan veilig? Als ze dat niet zijn, wat maakt ze onveilig?
-Als ik thuis niet veilig ben, wat kan ik daar dan aan doen?
-Als ik niet veilig ben met degenen die het dichtst bij me staan, wat heb ik dan nodig om veiliger te zijn?
-Hoe kan ik (en hoe probeer ik) mezelf (te) beschermen?
-Hoe succesvol ben ik in mijn pogingen mezelf te beschermen?
-Wanneer ben ik het veiligst?
-Wanneer voel ik mij het veiligst?
-Hoe kan ik mezelf beschermen als ik met mensen ben die ik niet ken?
-Wat vertellen mijn antwoorden me over mijn gevoel van veiligheid?

Besef dat het soms onmogelijk is om je veiligheid te doen toenemen, tenzij je van locatie verandert (en wees ook bereid dit te doen). Dit kan concreet in een situatie zijn die je op dat moment overkomt: Als een dronken persoon je op straat belaagt, ga je niet eerst in discussie over ethiek, je kunt maar beter zo snel mogelijk weg gaan, want er valt niet te redeneren met dronken personen.
Groter gesproken, kan van locatie veranderen ook betekenen dat je moet verhuizen uit een onveilige buurt of een relatie moet verbreken waarin sprake is van enige vorm van geweld.

Naast de vormen van veiligheid die ik hierboven beschreef, bestaat er ook nog zoiets als veiligheid in jezelf. Dit heeft veel te maken met emotionele veiligheid. Veiligheid in jezelf kun je bewerkstelligen door ongezonde en negatieve gedachten te leren herkennen, je bewust te zijn van het verschil tussen gevoelens & gedachten en de werkelijkheid en door je emoties te leren herkennen en verdragen.
Daarnaast kan je concrete dingen doen, zoals ergens een plek creëren waar je je veilig voelt, vermijden om dingen te kijken/doen/luisteren die je triggeren, zonder dat ze redelijkerwijs nodig zijn om bij te dragen aan je levensgeluk (denk bv aan het kijken van een gewelddadige film. Dit is onnodig, je kunt in dezelfde plaats een komedie kijken). Verder kan je gewoontes proberen in te passen die je een positief gevoel geven over jezelf. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van affirmaties of een dagboek van positieve dingen. Ook ontspanningstechnieken dragen bij aan een gevoel van veiligheid in jezelf. Ik zal later verder ingaan op vormen van ontspanning, omdat ik weet dat voor slachtoffers van geweld, ontspanningsoefeningen vaak beladen zijn.

Voor nu wil ik graag eindigen met een lijst van signalen die aangeven dat je veiligheid in jezelf in het gedrang is en dat je moet starten met crisismanagement of zelfzorg of afleidende vaardigheden (hoe je het ook wilt noemen) en een lijst met voorbeelden van dingen die je kan doen om je gevoel van veiligheid te doen toenemen.

Signalen van een gebrek aan veiligheid in jezelf
*Als je voelt dat je niet meer aanwezig bent in je lichaam of je minder bewust bent van je omgeving of als je merkt dat je tijd verliest (symptomen van dissociatie)
*Als je flashbacks begint te krijgen, of ze intenser worden
*Als je het gevoel krijgt dat je wordt overweldigd door je gevoelens (flooding)
*Als je boosheid voelt, woede, irritatie, depressie, angst, spanning, verdriet of andere gevoelens die ofwel niet onder controle zijn ofwel niet duidelijk te herleiden naar een oorzaak
*Als je jezelf begint of wilt pijn doen
*Als je kiest voor verslavingsgedrag of dwangmatig gedrag, bijvoorbeeld op het gebied van alcohol, drugs, sex, eten of werk
*Als je je gevoel opeens totaal niet meer voelt en er alleen nog leegte is
*Als je jezelf begint te isoleren en anderen begint te vermijden
*Als je dramatische veranderingen kiest in een normaal levenspatroon

Dingen die je kunt doen die je gevoel van veiligheid doen toenemen:

Fysieke Zelfzorg
Regelmatig eten, bewegen, slapen, jezelf in een (strakke) deken hullen, in je favoriete stoel zitten, naar de dokter gaan wanneer dat nodig is, een massage nemen, sporten, uitrusten, een warm bad of douche nemen, het huishouden of de tuin doen, op een kussen slaan, een telefoonboek verscheuren en vakantie nemen…

Mentale zelfzorg
Mediteren, in je dagboek schrijven, luisteren naar geruststellende opnames, dagelijks actief je stress proberen te verminderen (i.p.v. wanneer het al teveel is), hulp vragen wanneer dat nodig is, je verbinden aan iets wat je fijn vindt om te doen, iets lezen waar je blij van wordt, nee zeggen omdat het kan, jezelf leren verdedigen…

Zelfzorg op je werk:
Regelmatig pauzeren, op tijd beginnen aan een opdracht, grenzen en doelen stellen, werken aan je relaties met collega’s en je meerdere(n), iets zoeken wat belonend voor je is (of voor je gevoel van competentie), de balans zoeken met andere aspecten van je leven…

Zelfzorg algemeen
Maak een lijst van aangename activiteiten
Maak een netwerk lijst met mensen die je kan sms’en, appen, bellen, mailen, ontmoeten of raadplegen
Maak een lijst met dingen die je een goed gevoel geven over jezelf.

Tot slot nog iets om over na te denken; Mijn therapeute zei me dat ik steeds weer opnieuw mag kiezen voor veiligheid. En zo is het!
Dingen die niet bekend zijn, lukken niet meteen, maar dat betekent niet dat ze nooit lukken en ook niet dat als het eenmaal lukt, dat betekent dat het altijd lukt. Geef dan niet op. Het is wat het is.

Iedere dag is een nieuwe kans om te proberen!

Ik voel het, dus is het waar?

Vandaag ben ik vrolijk. Ik dans door het leven, mijn voetstappen veren en in mijn hoofd zit een liedje. Het is een goede dag: Ik kan de hele wereld aan!

Een paar weken geleden, ook op dinsdag, had ik een slechte dag. Ik was boos en ik wilde huilen. Bij voorkeur zoveel dat ik mezelf erin kon verdrinken…

Wees gerust: Dit was een karikatuur, het gaat om de strekking (hoewel ik me vandaag aanzienlijk beter voel als twee weken geleden).
Ik haalde dit aan omdat ik wat wil schrijven over emoties, over voelen.

Voelen: Voor veel mensen is dat lastig.  Voor mensen met een trauma echter; Mensen die soms niet eens het recht hadden op het voelen van hun eigen gevoel en het registreren als datgene wat het werkelijk was (‘Je vindt het fijn hè?’ tegen het kind dat glimlacht om niet te huilen), is het pas echt ingewikkeld.

Getraumatiseerde mensen (en wanneer ik dit schrijf, bedoel ik slachtoffers van geweld in hun jeugd) hebben bijna altijd moeite met het herkennen van hun emoties. Vaak komt dit door het klimaat waarin ze zijn opgegroeid of de ervaringen die ze hebben opgedaan. Een klein kind heeft zijn omgeving nodig om te leren herkennen wat het voelt, welke woorden daarbij horen en dat er sprake is van nuances: Er is niet alleen maar ‘boos’. Je kunt bijvoorbeeld ook ‘geïrriteerd’ zijn, ‘gefrustreerd’ of zelfs ‘razend’.
Daarnaast is het belangrijk dat de boodschappen die het kind van de omgeving krijgt kloppen en niet verwarrend zijn. Als een ouder tegen een kind zegt dat ‘alles goed is’, nadat er net iets vreselijks is gebeurd, wordt het kind onzeker. Ouders die zelf op een verkeerde manier omgaan met hun emoties geven ofwel een verkeerd voorbeeld of ze schrikken kinderen af om zelf te vertrouwen op wat ze voelen.

De belangrijkste reden echter dat voelen lastig is voor mensen met een trauma, is omdat ze in een extreme situatie gezeten hebben die ze alleen konden overleven door zich te richten op de gevoelens van een ander. Ze hebben geleerd hun eigen gevoel naar de achtergrond te verdringen, weg te maken. Deze overmatige emotionele waakzaamheid en het bijkomende tekort aan ruimte voor eigen gevoelens, behoeften en beleving, blijft nog lang in het systeem zitten, ook al is de situatie inmiddels veilig.

Er zijn nog meer redenen te noemen waarom emoties lastig zijn voor mensen met een trauma en er valt nog meer te vertellen over de manieren waarop zich dat uit, maar het belangrijkste is, naar mijn mening, wat je nu kunt doen.

Ik zal daarom kort vertellen wat emoties zijn, hoe je ze kunt herkennen en hoe je jezelf af kunt leiden als je het gevoel hebt dat je overspoeld raakt. Een paar posts geleden had ik het namelijk over basisvaardigheden frustratietolerantie. Afleiding is een van deze vaardigheden en een goede om mee te beginnen omdat er overal om ons heen afleiding is van wat er binnen in ons gebeurt: Denk aan de tikkende klok in de woonkamer (die je waarschijnlijk opeens weer bewust hoort tikken, nadat je dit gelezen hebt). Denk aan hoe het ruikt als je langs de bakker loopt als deze net brood gebakken heeft. Denk aan hoe regendruppels voelen op je huid. Denk aan hoe tandpasta smaakt in je mond. Denk aan hoe donker het opeens is als je je ogen dichtdoet. Afleiding is overal. Je kunt er naar zoeken, maar soms wordt je er ook door overvallen. Er is dus altijd meer dan de emoties die je binnen in je voelt, ongeacht hoe sterk ze zijn.

Maar wat is nu precies gevoel?
Een gevoel is een emotionele ervaring, gebaseerd op waarnemingen, die samengaat met lichamelijk verschijnselen, zoals bijvoorbeeld een steen in je maag, versnelde hartslag en het spannen of ontspannen van spieren. Een belangrijke functie van emoties is gedrag bewerkstelligen (vluchten als je bang bent, grenzen stellen als je boos bent). Andere belangrijke functies zijn: motiveren (dat wat een prettig gevoel oproept, beloont ons: “Ik word blij van hardlopen, dus morgen ga ik weer”) zelfbevestiging (het geeft belangrijke informatie over onszelf en onze omgeving) en communiceren. (We gebruiken onze emoties om boodschappen over te brengen en om anderen te beïnvloeden).

Emoties worden hoofdzakelijk geassocieerd met plezier of met pijn. Elk gevoel van pijn heeft ook weer een tegenovergesteld gevoel dat samenhangt met plezier: Angst en hoop, verdriet en vreugde, haat en liefde…
Algemeen gesteld is het weer zo dat al deze gevoelens terug te voeren zijn op ‘de vier B’s’: Boosheid, blijdschap, bedroefdheid, bangheid. Als je het lastig vindt om emoties bij jezelf te herkennen of te nuanceren, kan je proberen of je onderscheid kunt maken tussen deze vier B’s. Vraag jezelf: ‘Ben ik boos? Of ben ik verdrietig?’ Ook kan je jezelf vragen wat je lichaam je wil vertellen: ‘Waarom bal ik mijn vuisten?‘ Een andere manier om je emoties te gaan herkennen is om ze te kleuren in een leeg gingerbread-poppetje: bestandje

Je neemt voor iedere ‘B’ een aparte kleur en eventueel ook nog een voor algemenere termen als ‘pijn’ ‘stress’ en ‘spanning’ en dan ga je van je kruin tot je tenen je lichaam langs om te registreren waar je wat voelt. Je hoeft alleen maar te registreren en te tekenen, niet te reageren. Hoewel een van de functies van emoties is dat ze je aanzetten tot actie, is het niet altijd datgene wat je werkelijk nodig hebt. Je mag registreren, zonder te handelen. Dat geldt ook als je veel voelt, of als je gevoel erg intens is.

Hoewel het op het moment zelf soms niet zo voelt, omdat emoties erg hevig kunnen zijn, zijn ze niet blijvend. Ze komen en gaan. Als golven. Er komt een absoluut hoogtepunt en daarna neemt het weer af. Gevoelens zijn intenser naarmate ze gekoppeld zijn aan bepaalde herinneringen, maar ook dan geldt dat ze minder intens worden naarmate je ze gewoon verdraagt zonder er naar te handelen. Dat laatste is natuurlijk best moeilijk als je wel de neiging voelt om te handelen, maar op zulke momenten is het dus goed om actief op zoek te gaan naar afleiding.

Er zijn verschillende vormen van afleiding. De bekendste vorm is misschien wel het afleiden met prettige activiteiten. Dit is de vorm die je ziet als peuter Pietje zich krijsend op de grond laat vallen, midden op het trottoir en niet van plan is om nog een stap te verzetten. Mama tovert een koekje te voorschijn, doet alsof ze er zelf een hapje van neemt en Pietje heeft meteen een en al aandacht voor het koekje, waarvan hij weet dat hij het zo ontzettend lekker vindt, dat hij de smaak al kan proeven voor hij een hapje genomen heeft. De driftbui is vergeten.

Ook volwassenen kunnen zich afleiden met prettige activiteiten. Stel een lijst samen met dingen die je fijn vindt om te doen: Denk aan hobby’s en activiteiten, aan bidden en bezinning, aan het bezoeken van fijne winkels, leuke musea, een ochtendje kapper. Denk aan knuffelen, dieren aaien, een vriendin bellen, een wandeling maken en iets lekkers eten. Er zijn talloze activiteiten die je kunt doen. Ook kan het een prettige activiteit zijn om je bewust te focussen op dingen die goed zijn gegaan of waar je goed in bent. Pak je schooldiploma met die prachtige cijfers er weer eens bij, lees dat lieve briefje van je vriendin, schrijf 3 dingen van in de afgelopen week op die je een competent gevoel geven…

De tweede vorm van afleiding is: Afleiding door aandacht aan anderen te besteden.
1) Doe iets voor iemand anders. Dit kan iemand zijn die je kent, maar ook iemand die je niet kent. Help een bejaarde met oversteken, draag iemands tassen, ga met je dochter naar buiten en klim in de hoogste bomen. Denk ook aan vrijwilligerswerk.
2) Richt je aandacht op iets of iemand anders dan jezelf
Ga naar de plaatselijke boekwinkel, het park, het station. Ga gewoon zitten op een bankje en observeer. Als je je aandacht er niet bij kunt houden, kan je jezelf een simpele taak geven (Tel alle blonde mensen tot je er 50 hebt gezien). Probeer zoveel mogelijk details te zien van de mensen die je observeert.
3) Denk aan iemand om wie je geeft of die een voorbeeld voor je is. Bewaar een foto van hem of haar, een lief briefje, een mooie quote. Stel je voor dat die persoon op het moment bij je is, naast je staat en dat jullie een ontspannen gesprek voeren.

Ten derde kan je je gedachten afleiden.
Denk aan fijne herinneringen of creatieve beelden. Lukt dat niet? Probeer dan heel hard om niet aan een olifant te denken. Probeer dat net zolang tot het je lukt om niet aan de olifant te denken.

Als vierde: Leid jezelf af door weg te gaan.
Soms is een time-out nemen het beste wat je kunt doen. Zeker wanneer je emoties hoog opgelopen zijn en je in een situatie zit die de intensiteit van je emoties alleen doet toenemen, zoals bijvoorbeeld een onproductieve ruzie.
Vertel jezelf dat je weg mag gaan, omdat je wanneer je overweldigd bent door emoties, niet in staat bent om een gezonde oplossing voor het probleem te bedenken.
Door weg te gaan, geef je jezelf de tijd om te kalmeren en kan je vervolgens bedenken wat je gaat doen.

Verder kan je jezelf afleiden met taken en karweitjes.
Als je veel emotie voelt, waardoor je je toch al rot voelt en tegelijkertijd verandert er niets aan hetgeen dat die emotie bij je oproept, ga dan wat doen met de energie die je kwijt moet. Simpele taken. Maak een lijstje. Vink het af.
Denk aan de vaat, stofzuigen, je boekenkast sorteren, huiswerk doen, de auto wassen, rekeningen betalen…

Ook kan je jezelf afleiden door te tellen
Tellen is een hele rationele activiteit. Het is bovendien een hele eenvoudige manier die je gedachten echt bezig kan houden. Daarnaast zijn er talloze toepassingen mogelijk.
Je kunt bijvoorbeeld concreet tellen tot het moment dat je met iemand kunt praten over wat je voelt (‘Over 6 uur en 53 minuten komt mijn man thuis, dat is 413 minuten, hoeveel seconden is dat? Hoe lang heb ik er over gedaan om dat te berekenen?).
Je zou je ademhaling kunnen tellen of de voetstappen die je zet. Je kan geluiden tellen die je hoort.
Je kunt ook jezelf uitdagen door twee willekeurige getallen op te schrijven, bij het hoogste willekeurige getal te beginnen en daar steeds 7 van af te trekken totdat je in de buurt van het laagste komt en bedenken in hoeveel keer dat gelukt is.
Er zijn genoeg varianten te bedenken.

Tot slot mijn favoriete manier van afleiding: De zintuigen afleiden.
Hierboven heb ik eigenlijk al voorbeelden van deze vorm van afleiding genoemd. Je zintuigen afleiden draait er om datgene wat je waarneemt, bewust te registreren, zodat er minder ruimte is om je emoties te voelen, zonder dat je ze wegmaakt. (Iemand die nieuwsgierig is kan eigenlijk niet tegelijkertijd angstig zijn)
Bovendien helpt het je heel erg te oriënteren op het hier en nu omdat je je bewuster wordt van de plek waar je je bevindt en indirect ook van de veiligheid (of het gebrek aan onveiligheid) ervan. Daarnaast kan je het overal doen. Je hebt niets nodig.
Tot slot werkt het zintuiglijke vaak kalmerend voor mensen die in hun kindertijd een trauma hebben opgelopen, omdat dat ook de zintuiglijke fase was. Het kwetsbare deel wordt als het ware direct gekalmeerd.

Er zijn talloze varianten van deze vorm van afleiding. Zo kun je bijvoorbeeld 5 dingen noemen die je hoort, 5 die je ziet, 5 die je voelt (lichamelijke sensaties, geen emoties! bv de druk van je voeten op de vloer, de kou van het glas water in je hand), eventueel 5 dingen die je ruikt en/of proeft. Ook kun je bewust op zoek naar bijvoorbeeld geuren die je prettig vindt, stoffen die je fijn vindt voelen en eten dat je lekker vindt smaken. Een andere vorm is om met aandacht een activiteit uit te voeren, bijvoorbeeld douchen: Sta stil bij de temperatuur van het water: Warm of koud? Het gevoel van de druppels op je huid, het gevoel van de stoom in je longen, de geur van je douchegel, het gevoel van de shampoo tussen je vingers, het beeld van je voeten die rood kleuren door de warmte van het water enz. Maak gebruik van de ruimte om je heen, dan ga je ook voelen dat je die ruimte in mag nemen, dat je niet alleen hoeft te blijven bij wat er binnen in je gebeurt. Je zult merken dat je het dan prima aan kan, je emoties.

En opeens is loslaten helemaal niet zo moeilijk meer…

Als je overspoeld wordt

wpid-flooding.jpg
In mijn hoofd noem ik het altijd ‘flooding’, de Engelse term, omdat ‘overspoeld’ voor mij niet precies genoeg het donderende geweld weergeeft waarmee emoties soms over je heen kunnen golven.

Vandaag voelde ik mij echt overspoeld, nóg, maar het begint inmiddels wat te zakken. Dat is het mooie aan emoties; Ze komen in golven en wanneer ze hun piek hebben bereikt en je jezelf hebt toegestaan om dat te voelen, zonder er naar te gaan handelen, nemen ze ook weer af.

Ik had therapie. Hoewel ik van tevoren gestrest was, omdat ik wist dat het zwaar zou worden, was ik bij aanvang heel rustig. Ik was de eerste cliënt van die dag en ik was te vroeg. Ik zag mijn therapeute binnenkomen. Ze zag mij in de wachtkamer en zwaaide uitgelaten, ze straalde en droeg een prachtige jurk. Ik was blij om haar te zien. Ze voelde vertrouwd.

We gingen naar beneden, naar de therapieruimte.  Aanvankelijk was alles nog ontspannen. We waren gewoon wat aan het kletsen en ik voelde me heel veilig. Het leek een goede basis.

Toen begonnen we met onze sessie en vanaf het begin ging dat al heel moeizaam. Ik was aan het saboteren in mezelf; verstand wilde links, gevoel wilde rechts en dan hield ik zelf ergens van boven op een heel oordelende manier overzicht. Ik dissocieerde, ik stuurde vervolgens weer terug naar de ruimte om daarna weer uit te zoomen. Dit hele gebeuren putte me erg uit. Ik voelde een heel scala aan emoties door elkaar; Bij ‘toen’, bij het nu… Was ik boos vanwege de zware sessie of was ik boos vanwege het onderwerp van de sessie? Was ik boos op daders, op therapeute of op mezelf? Het was een grote warboel, zoveel kan ik je in ieder geval vertellen.

Mijn therapeute bleef naar veiligheid zoeken, naar elementen om me gerust te stellen, maar op de een of andere manier bleef dat verschrikkelijke gevoel van ‘nooit meer veilig zijn’ overheersen.
We grepen terug op een ander soort therapie: Therapeute kwam zelf in ‘het onveilige plaatje’ om me te beschermen. Ik mocht zelfs achter haar gaan zitten (we beeldden de verschillende elementen van de situatie af met stoelen) en me verstoppen, maar ik wilde mezelf niet eens meer in veiligheid brengen. Ik voelde me bevroren. Ik sloeg mijn armen om me heen en moest alleen maar huilen. Ik wilde zo graag voelen dat ik beschermd en veilig was, maar ik was er alleen maar van doordrongen dat niemand me ooit heeft beschermd toen ze daarvoor in de gelegenheid waren.
Ik zat ontzettend te trillen. Therapeute probeerde op den duur de herinnering met me af te dekken en letterlijk te laten verdwijnen.

We moesten afronden en onderweg naar boven kwamen we de volgende cliënt al tegen. Ik was behoorlijk overstuur. Ik kreeg nog een kop koffie en mocht die rustig in de wachtkamer opdrinken. Daar heb ik bijna een uur gezeten met mijn winterjas aan omdat ik mezelf niet kon verwarmen. Toen ben ik richting huis gegaan.

Wat ik uiteindelijk gedaan heb om met de situatie om te gaan, is erkennen en benoemen wat er is en hoe diep ik zat, zonder er naar te handelen. Als je zoveel emoties voelt als ik vandaag, wil je handelen en meestal op een manier die niet helpend of constructief is. Bewust besluiten om niet te handelen, roept meer emoties op merk ik, want dan voelt het alsof ik de deksel er op probeer te houden, dus heb ik voor mezelf het handelen uitgesteld: “Ik wil nu ditenditenditendit…, als ik dat straks nog steeds wil, mag dat, maar voor nu ga ik alleen maar zitten en ‘zijn; Ik hoef niet meteen iets te doen”.

Als je dan een poosje bent met wat er is, merk je dat er in ieder geval niet meer bijkomt. Je begint het ritme te herkennen waarmee de golven over je heen spoelen en je begint een beetje mee te bewegen. Hoewel er in feite niets verandert, merk je dat je je hoofd steeds iets beter boven water kunt houden.

Dit was voor mij het moment dat ik me weer wat begon te oriënteren op de ruimte om me heen, niet als een reddingsboei en om me aan op te trekken, maar meer gewoon vanuit nieuwsgierigheid en omdat ik de ruimte daarvoor voelde nu ik mijn hoofd wat beter boven water kon houden.

Uiteindelijk werkt het dan toch als reddingsboei. Ik luisterde naar de gesprekken van de receptioniste en vormde er een mening over. Ik haalde iets van buiten mezelf naar binnen, waar er plotseling ook ruimte voor bleek te zijn.

Zo ging het steeds wat beter. Eerst goed genoeg om naar huis te vertrekken en nu al goed genoeg om dit te typen.

Ik ben nog steeds erg verdrietig. Ik ben nog steeds boos. Ik voel me nog steeds verlaten. En dat mag. Het mag er allemaal zijn. Het is wat het is, maar omdat ik gestopt ben met tegen de stroom in te zwemmen en mezelf gewoon even heb laten meevoeren, is er nu weer ruimte om te zien wat er nog meer is: ‘I weathered the storm’ en ik heb een therapeute die me in het nu niet alleen probeerde te beschermen tegen de herinnering aan gevaar die alleen nog in mijn hoofd bestaat, maar ook tegen een crisis; Het enige gevaar waar ik vandaag werkelijk aan bloot heb gestaan.