“ Every sturdy tree that towers over human beings owes its existence to a deeply rooted core”
-Morihei Ueshiba
Een paar maanden geleden las ik “The Art of Peace” van Ueshiba. Hij is de grondlegger van Aikido, wat voor hem meer een levensbeschouwing dan een gevechtskunst was.
Het boekje was best veel blabla, maar, zonder me zelf al te veel op dat pad van ‘blabla’ te willen begeven, kwam ik toen ik wat aandachtiger las toch bepaalde ‘diepere’ principes tegen waar ik wat mee kon.
Veel van deze principes zijn de bouwstenen van wat ik aantrekkelijk vind in Aikido, en breder genomen, van wat ik belangrijk vind in het leven:
Aikido gaat om meebewegen met wat er op je pad komt.
Om rollen als je valt. Om opstaan als je op de grond terecht gekomen bent. Om steeds opnieuw de beste balans vinden.
Ueshiba schrijft ergens in zijn boek dat het primaire doel van Aikido zelfoverwinning is.
Is dat niet waar het überhaupt om gaat in het leven?
De dingen die mij het meeste hinderen, hebben te maken met dat wat was: Herinneringen die bij me zijn, waardoor ik bang ben voor dingen die zouden kunnen gebeuren.
Mogelijk dus. Maar het hoeft niet noodzakelijkerwijs zo te gaan. En zelfs als het zo gaat als waar ik bang voor was, blijkt het vaak allemaal best mee te vallen; minder erg te zijn dan verwacht.
Waarom voelen verwachtingen soms zoveel echter dan dat wat werkelijk is?
Waarom zijn mensen die het ergste al overleefd hebben, bang om te leven?
Ik denk soms wel eens dat ik zelf mijn ergste vijand ben.
Ik weet al hoe ik moet rollen als ik val. Ik weet hoe ik weer op moet staan, Ik hoef er alleen maar op te vertrouwen het te doen.
En het te doen.
Zelfoverwinning, tja…